Datagedreven en risico-gestuurd werken met de monitoringspyramide. De satelliet vervult de rol van scannen (gebiedsbreed) en inventariseren (selecties).

Schematisch beeld van twee opeenvolgende InSAR opnames van het zakkende maaiveld

© European Space Agency/ATG medialab

Nooit meer een editie van

het Esri Magazine missen?

Tekst: Jeanine Tanis, Tekstschrijvers.nl. Beeld: Sensar

Bodemdaling vormt een steeds groter probleem in Nederland. Schade aan gebouwen en infrastructuur, overstromingsrisico en risico’s voor de drinkwatervoorziening zijn enkele gevolgen. Om grondverzakkingen inzichtelijk te maken, is nauwkeurige data onmisbaar. Door de samenwerking van Sensar en Witteveen+Bos is met satellietmonitoring een kaartlaag met bodemdalingsdata toegevoegd aan de Levende Atlas. Joana Eenhoorn, application engineer bij Sensar, en Liesbeth Jorissen, groepsleider geologie bij Witteveen+Bos, vertellen waarom dit belangrijk is.

Expertise benutten en versterken

Het eerste gezamenlijke project is de ontwikkeling van een kaartlaag met bodemdalingsdata die aan de Levende Atlas is toegevoegd. Deze kaartlagen en bijbehorende app worden door Esri Nederland voor gebruikers van ArcGIS ter beschikking gesteld. Joana: “Om tot een bruikbare kaart van bodemdaling te komen heeft Sensar openbaar beschikbare ruwe puntenwolken vanuit het Copernicus programma (European Ground Motion Service) verwerkt tot wat wij een level-3 productlaag noemen. De ruwe ‘Line-of-Sight’-metingen die van het maaiveld komen zijn vertaald naar een representatieve bodemdaling per 25 meter. Het resultaat is een kwalitatief hoogwaardige informatielaag van het maaiveld (zonder gebouwen), klaar voor verdere analyse door domein-experts. De kaart laat de bodemdaling van alle verharde oppervlakte van het maaiveld zien. Per vakje van 25 x 25 meter is te zien wat de verticale bodemdalingssnelheid in millimeter per jaar is in de verschillende gebieden in Nederland.”

Het bundelen van krachten leidt tot betere producten. “Door samen te werken kunnen we elkaars expertise benutten en versterken voor adviezen richting gemeenten, provincies, waterschappen, aannemers en nutsbedrijven“, zegt Joana. “Bij Sensar geloven we heilig in co-creatie. We zijn ervan overtuigd dat producten beter worden als je ze ontwikkelt samen met klanten en gebruikers. Wij zijn gespecialiseerd in data-analyse en de verwerking van complexe data, maar hebben minder domein expertise in geotechniek, de toepassingen ervan en de problemen in de leefomgeving. Die kennis heeft Witteveen+Bos wel volop in huis. Daar vullen we elkaar dus mooi aan."

Om de risico’s van bodemdaling te beheersen is gedetailleerde kennis nodig over de processen die zich in de bodem afspelen. Sensar verwerkt radar-satellietdata naar bodemdalingsinformatie door gebruik te maken van InSAR-technologie (‘Interferometric Synthetic Aperture Radar’). Daarmee kan beweging van infrastructuur op millimeter-niveau in kaart worden gebracht. Liesbeth: “Vorig jaar raakte ik tijdens het Nationaal Congres Bodemdaling in gesprek met Reinier Oost van Sensar. Al gauw kwam het gesprek op de behoefte, ook bij onze opdrachtgevers, aan nauwkeurigere data over bodemdaling. Door klimaatverandering en peilbeheer kan bodemdaling toenemen. Met actuele en betrouwbare data over bodembewegingen kunnen we beter anticiperen op toekomstige problemen. Bij Witteveen+Bos werkten we al wel met satellietdata, maar we wilden ook graag gezamenlijk producten ontwikkelen. Onze ontmoeting heeft ertoe geleid dat we onlangs een memorandum van overeenstemming hebben getekend.”

Aanpassen van scenario’s
Datagedreven beslissingen
Bewustwording vergroten
Actuele maaiveldkaart

Witteveen+Bos gebruikt de kaart om bodemdaling voor klanten inzichtelijk te maken. “Als geologen maken wij modellen op basis van gronddata zoals boorkernen en sonderingen en dergelijke”, licht Liesbeth toe. “Met de InSAR-data kunnen we onze modellen valideren door deze te ijken aan de gemeten bodemdaling. Ook gebruiken we de data voor het aanpassen van ondergrondse scenario’s. Een voorbeeld hiervan is een groot project bij ProRail waarin onderzoek is gedaan naar de baanstabiliteit van grote delen van het Nederlandse spoornetwerk.

In fase 1 hebben onze geologen met grondmodellen het complete baanlichaam in Nederland in kaart gebracht. Daarna moesten we de stabiliteit toetsen op basis van geotechnische berekeningen. In fase 2 hebben we voor de verfijning van de grondmodellen InSAR-data gebruikt om (SOS) scenario’s te kunnen verfijnen. Dan bleek bijvoorbeeld dat een risico dat vooraf als groot was ingeschat, na metingen helemaal niet zo relevant te zijn. Of andersom. Dat is waardevolle informatie, die anders alleen via grondboringen verkregen kan worden en dat is een kostbare zaak.” 

De kaart laat de data zien over een tijdspanne van 2019 tot eind 2024 en krijgt jaarlijks een update. “De gebruiker heeft hierdoor altijd de beschikking over geactualiseerde gegevens van de laatste vijf jaar”, licht Liesbeth toe. “Een ander voordeel is dat de kaart een maaiveldkaart is, die alleen de natuurlijke bodemdaling laat zien.”

Joana: “Bestaande kaarten zijn bovendien gemaakt op basis van puntenwolken. Ze brengen dus ook alle bebouwing en andere gefundeerde objecten in het landschap in kaart. Dat levert een dusdanig complex beeld op dat er veel expertise voor nodig is om te begrijpen waar je nu eigenlijk naar kijkt. De nieuwe kaart is veel gebruiksvriendelijker.” “Hij biedt een goede visualisatie van de geconstateerde bodemdaling en de mogelijke risicogebieden”, vult Liesbeth aan. “Dat is nuttig voor Provincies, kennisinstellingen zoals de KBF (Kenniscentrum voor Bodemdaling en Funderingen), waterschappen, bouw- en energiebedrijven en ingenieursbureaus.”

Meer weten?

Benieuwd naar waar in Nederland bodemdaling plaatsvindt? Kijk op www.zaktdebodem.nl.

Unieke samenwerking zet bodemdaling
op de kaart

© European Space Agency/ATG medialab

Het eerste gezamenlijke project is de ontwikkeling van een kaartlaag met bodemdalingsdata die aan de Levende Atlas is toegevoegd. Deze kaartlagen en bijbehorende app worden door Esri Nederland voor gebruikers van ArcGIS ter beschikking gesteld. Joana: “Om tot een bruikbare kaart van bodemdaling te komen heeft Sensar openbaar beschikbare ruwe puntenwolken vanuit het Copernicus programma (European Ground Motion Service) verwerkt tot wat wij een level-3 productlaag noemen. De ruwe ‘Line-of-Sight’-metingen die van het maaiveld komen zijn vertaald naar een representatieve bodemdaling per 25 meter. Het resultaat is een kwalitatief hoogwaardige informatielaag van het maaiveld (zonder gebouwen), klaar voor verdere analyse door domein-experts. De kaart laat de bodemdaling van alle verharde oppervlakte van het maaiveld zien. Per vakje van 25 x 25 meter is te zien wat de verticale bodemdalingssnelheid in millimeter per jaar is in de verschillende gebieden in Nederland.”

Het bundelen van krachten leidt tot betere producten. “Door samen te werken kunnen we elkaars expertise benutten en versterken voor adviezen richting gemeenten, provincies, waterschappen, aannemers en nutsbedrijven“, zegt Joana. “Bij Sensar geloven we heilig in co-creatie. We zijn ervan overtuigd dat producten beter worden als je ze ontwikkelt samen met klanten en gebruikers. Wij zijn gespecialiseerd in data-analyse en de verwerking van complexe data, maar hebben minder domein expertise in geotechniek, de toepassingen ervan en de problemen in de leefomgeving. Die kennis heeft Witteveen+Bos wel volop in huis. Daar vullen we elkaar dus mooi aan."

Witteveen+Bos gebruikt de kaart om bodemdaling voor klanten inzichtelijk te maken. “Als geologen maken wij modellen op basis van gronddata zoals boorkernen en sonderingen en dergelijke”, licht Liesbeth toe. “Met de InSAR-data kunnen we onze modellen valideren door deze te ijken aan de gemeten bodemdaling. Ook gebruiken we de data voor het aanpassen van ondergrondse scenario’s. Een voorbeeld hiervan is een groot project bij ProRail waarin onderzoek is gedaan naar de baanstabiliteit van grote delen van het Nederlandse spoornetwerk.

In fase 1 hebben onze geologen met grondmodellen het complete baanlichaam in Nederland in kaart gebracht. Daarna moesten we de stabiliteit toetsen op basis van geotechnische berekeningen. In fase 2 hebben we voor de verfijning van de grondmodellen InSAR-data gebruikt om (SOS) scenario’s te kunnen verfijnen. Dan bleek bijvoorbeeld dat een risico dat vooraf als groot was ingeschat, na metingen helemaal niet zo relevant te zijn. Of andersom. Dat is waardevolle informatie, die anders alleen via grondboringen verkregen kan worden en dat is een kostbare zaak.” 

Datagedreven en risico-gestuurd werken met de monitoringspyramide. De satelliet vervult de rol van scannen (gebiedsbreed) en inventariseren (selecties).

Bewustwording vergroten

Tekst: Jeanine Tanis, Tekstschrijvers.nl. Beeld: Sensar

Unieke samenwerking zet bodemdaling
op de kaart

Nooit meer een editie van

het Esri Magazine missen?

Meer weten?

Benieuwd naar waar in Nederland bodemdaling plaatsvindt? Kijk op www.zaktdebodem.nl.

Aanpassen van scenario’s

Schematisch beeld van twee opeenvolgende InSAR opnames van het zakkende maaiveld

De kaart laat de data zien over een tijdspanne van 2019 tot eind 2024 en krijgt jaarlijks een update. “De gebruiker heeft hierdoor altijd de beschikking over geactualiseerde gegevens van de laatste vijf jaar”, licht Liesbeth toe. “Een ander voordeel is dat de kaart een maaiveldkaart is, die alleen de natuurlijke bodemdaling laat zien.”

Joana: “Bestaande kaarten zijn bovendien gemaakt op basis van puntenwolken. Ze brengen dus ook alle bebouwing en andere gefundeerde objecten in het landschap in kaart. Dat levert een dusdanig complex beeld op dat er veel expertise voor nodig is om te begrijpen waar je nu eigenlijk naar kijkt. De nieuwe kaart is veel gebruiksvriendelijker.” “Hij biedt een goede visualisatie van de geconstateerde bodemdaling en de mogelijke risicogebieden”, vult Liesbeth aan. “Dat is nuttig voor Provincies, kennisinstellingen zoals de KBF (Kenniscentrum voor Bodemdaling en Funderingen), waterschappen, bouw- en energiebedrijven en ingenieursbureaus.”

Actuele maaiveldkaart

Expertise benutten en versterken

Bodemdaling vormt een steeds groter probleem in Nederland. Schade aan gebouwen en infrastructuur, overstromingsrisico en risico’s voor de drinkwatervoorziening zijn enkele gevolgen. Om grondverzakkingen inzichtelijk te maken, is nauwkeurige data onmisbaar. Door de samenwerking van Sensar en Witteveen+Bos is met satellietmonitoring een kaartlaag met bodemdalingsdata toegevoegd aan de Levende Atlas. Joana Eenhoorn, application engineer bij Sensar, en Liesbeth Jorissen, groepsleider geologie bij Witteveen+Bos, vertellen waarom dit belangrijk is.

Datagedreven beslissingen

Om de risico’s van bodemdaling te beheersen is gedetailleerde kennis nodig over de processen die zich in de bodem afspelen. Sensar verwerkt radar-satellietdata naar bodemdalingsinformatie door gebruik te maken van InSAR-technologie (‘Interferometric Synthetic Aperture Radar’). Daarmee kan beweging van infrastructuur op millimeter-niveau in kaart worden gebracht. Liesbeth: “Vorig jaar raakte ik tijdens het Nationaal Congres Bodemdaling in gesprek met Reinier Oost van Sensar. Al gauw kwam het gesprek op de behoefte, ook bij onze opdrachtgevers, aan nauwkeurigere data over bodemdaling. Door klimaatverandering en peilbeheer kan bodemdaling toenemen. Met actuele en betrouwbare data over bodembewegingen kunnen we beter anticiperen op toekomstige problemen. Bij Witteveen+Bos werkten we al wel met satellietdata, maar we wilden ook graag gezamenlijk producten ontwikkelen. Onze ontmoeting heeft ertoe geleid dat we onlangs een memorandum van overeenstemming hebben getekend.”